Verblijfplaats

INHOUD:

Inleiding – Onze hersenen – Ons DNA – Intermediair – Conclusie

 

Inleiding

Stichting Levend!leven vestigt onder meer de aandacht op zodanig anders denken, dat wij in staat zijn de kosmos, onze omgevende wereld, de natuur, andere mensen en onszelf als het ware van binnen uit te bekijken. Deze ‘ombuiging’ van het denken is op diverse manieren te benaderen. Eén ervan is het onderzoek naar de plek, waar wij over het algemeen met ons (veelomvattende) bewustzijn verblijven.

Het hier volgende laat zich het beste begrijpen na het lezen van ‘Makrokosmos’. In die tekst namelijk vinden we ten eerste een verklaring voor het bestaan van elektromagnetische velden en ten tweede van het begrip non-lokaal bewustzijn. Volgens recente wetenschappelijke onderzoekingen zouden wij als mensen -en uiteraard ook alle andere levensvormen- met elk individueel bewustzijn geworteld zijn in het non-lokale bewustzijn.

Maar om ons dit te kunnen voorstellen moeten we eerst een traject bewandelen, dat aan dit onderzoeksresultaat vooraf gaat. Daartoe beginnen we met de opvatting (van velen onder ons), dat er niets anders menselijks zou bestaan buiten het zichtbare en tastbare menselijk lichaam.

De eerste vraag welke zich dan meteen aandient is die naar een definitie van ‘menselijk lichaam’. Verstaan wij hier onder uitsluitend een volledig lichaam zoals de natuur dat bij voorkeur vormt?  Of kunnen we ook een gebrekkig, gehavend dan wel mismaakt lichaam gewoon menselijk noemen?

We behoeven niet lang na te denken om te erkennen, dat het ‘menselijke’ van een individu niet bepaald wordt door de uiterlijke lichaamsvorm. Waarschijnlijk kent ieder van ons wel een voorbeeld van een gehandicapt mens, die -ook al ontbreken één of meer ledematen en functies- voor 100% kan lezen, studeren, beoordelen, liefhebben, genieten, luisteren, spreken enz.

We signaleren terloops ook, dat het ‘mens zijn’ in beginsel zeker níet afhankelijk is van allerlei technische hulpmiddelen. Natuurlijk bieden hulpmiddelen bij uitval van specifieke functies wel extra uitkomst: lopen wordt mogelijk met een beenprothese, grijpen met een kunsthand, zich verplaatsen met een rolstoel. Een blinde kan lezen via het brailleschrift, voor een dove is er het hoorapparaat, voor een doof geborene de gebarentaal en voor slechte longen de zuurstofpomp.

Waar het hier om gaat is, dat wij ons afvragen, van waaruit het menselijk functioneren eigenlijk plaats vindt. Welke lichaamsfunctie ook is uitgevallen: ik ben mij in den regel altijd volledig bewust van mijn bestaan, van mijn onaangetaste 100% aanwezigheid. Hoe gebrekkig mijn lichaam ook mag zijn.

Kennelijk ben ik in wezen geen deel van mijn lichaam, maar alleen de waarnemer, zowel van mijn lichaam als van al het gebeuren om mij heen. Ik zou immers nog steeds als volwaardig waarnemend, denkend en begrijpend mens aanwezig kunnen zijn, wanneer (theoretisch gesproken) alle boven vermelde lichaamsfuncties zouden zijn uitgevallen.

We concluderen dan snel, dat dit waarnemend bewustzijn wel gezeteld zal zijn in de hersenen; evenals het droombewustzijn, dat tijdens de slaap actief is. Maar vormen de hersenen ook het vaste thuis voor mijn geheugen, mijn verzamelde kennis, levenservaringen en ontelbare herinneringen? Vindt al deze informatie -inclusief complete films van emotionele of belangrijke gebeurtenissen- hier ook een permanente plaats?

 

Onze hersenen

Vermoedelijk heerst in de medische wereld nog veel de gedachte, dat het totale menselijke bewustzijn (inclusief het lange-termijn geheugen) zich in de hersenen zou bevinden. Om dit nader te kunnen onderzoeken hebben neurologen de structuur en werking van de hersenen in kaart gebracht.

Vrijwel eensluidend is de vaststelling dat alle activiteit in de hersenen plaats vindt via minuscule electrische stroompjes tussen circa 100 miljard neuronen, die met elkaar zijn verbonden door minstens duizend zogenoemde synapsen per neuron.

Dit is echter geenszins een vast bestand. In een organisch lichaam sterven immers oude cellen en er vormen zich steeds nieuwe cellen, namelijk in de orde van ± 500.000 per seconde.

N.B. even terzijde: Omdat ons totale aantal lichaamscellen geschat wordt op circa 100 triljoen (10²º), zorgt dit proces om de paar jaar voor een bijna geheel vernieuwd lichaam!

Zo heeft er ook in de hersenen een continu proces plaats van duizenden stervende neuronen per dag en een onophoudelijke vernieuwing van de grondvormen (vetten en eiwitten) voor nieuwe neuronen.

Onder invloed van die veranderingen in de hersenstructuur wijzigen elke duizendste seconde alle electrische en magnetische patronen in de netwerken tussen de neuronen. Dit wijst niet alleen op een aanhoudend wisselend electromagnetisch effect rond elk neuron, maar resulteert ook in een steeds veranderend electromagnetisch veld door en rondom de hersenen als totaal.

Bekend is de meting hiervan in het EEG en zelfs de elektrische hartactiviteit (ECG) is hieruit afleesbaar. Het verschaft ons het beeld van de hersenen als een ‘uiterst druk werkend continubedrijf, weliswaar op hoog technisch niveau, maar zónder magazijn en zónder enige stoel of kantine voor een ogenblik rust’.

Wanneer wij niet slapen, dus tijdens het dagbewustzijn, zijn onze hersenen superactief. Er blijken zo’n quadriljoen (1024) handelingen per seconde plaats te vinden!

(Voor wie dit aantal wel eens voor zich wil zien: 1.000.000.000.000.000.000.000.000 x /sec.)

Wetenschappers raken er steeds meer van overtuigd, dat hier geen sprake is van zelfs maar één enkel moment en één enkele plek voor blijvende opslag van informatie. Kortom:

het archiveren van massale gegevens in de hersenen blijkt uitgesloten. Toch is dit het enige denkbare orgaan, dat als lichamelijke zetel van alle bewustzijn in aanmerking zou kunnen komen.

De conclusie lijkt, dat voor het lange-termijn geheugen van een mens -dus voor alles wat permanent geregistreerd en oproepbaar blijft- in het lichaam kennelijk geen plaats is.

 

Ons DNA

Een aantal deskundigen huldigde vervolgens de hypothese, dat het totale bewustzijn mogelijk kon zijn opgeslagen in het DNA, onze voor ieder mens unieke genetische code. Het menselijk DNA omvat 23 paar chromosomen en circa 30.000 genen, opgebouwd uit ruim 3 miljard basenparen. Dat betekent dus ongeveer 100.000 basenparen per gen. Hierin lijkt veel mogelijk, maar, zoals de meeste wetenschappers het nu beoordelen, is dit qua volume toch veel te beperkt voor het onderbrengen van het totale menselijke bewustzijn. Nog afgezien van het lange-termijn geheugen blijkt alleen al de hoeveelheid informatie, welke voortkomt uit de hersenen, daarvoor veel te groot! Immers:

Er is een berekening mogelijk, waarmee we de electrische hersencapaciteit min of meer kunnen schatten. Uitgaande van circa 100 miljoen neuronen in elke cm3 hersenschors, minstens 1000 synapsen per neuron en ± 1 liter hersenvolume komen we uit op ongeveer 100 miljard (1011) synapsen per cm3 herseninhoud en circa 100 biljoen (1014) synapsen in totaal.

Om veilig te schatten nemen we voorts aan, dat elke synaps maar één bit informatie tegelijk kan verwerken. Onze hersenactiviteit blijkt dan te werken met een capaciteit van niet minder dan 100 biljoen bits! Opslag in het menselijke DNA van zo’n grote hoeveelheid informatie is -naar het overwegend oordeel in de huidige wetenschap- definitief uitgesloten.

Nog veel groter zou de behoefte aan opslagcapaciteit zijn voor een gemiddeld lange-termijn geheugen. Afgezien van de DNA-optie (die hiervoor zeker ontoereikend is) zou een niet ingewijde nog kunnen aarzelen over eventuele opslag in de hersenen.

Volgens deskundigen moeten we dan wel denken aan een minimaal benodigde hersencapaciteit van ongeveer 300 biljard (3.1017) bits. Daarvoor zouden per synaps -in plaats van één bit- niet minder dan 3.000 bits tegelijk verwerkt moeten worden. Dit is absurd en absoluut onmogelijk.

Zoekend naar een plaats waar het menselijke bewustzijn dan wél zou kunnen zetelen vond de wetenschap nog een hypothese, ook wel hologramhypothese genoemd. Het bewustzijn kan volgens deze visie niet ín het menselijk lichaam, maar moet daar búiten gesitueerd zijn, en wel ín of in relatie tot de electromagnetische velden van de hersenen. Het moge duidelijk zijn dat deze ‘los-van-het-lichaam’-gedachte de grote doorbraak betekent om het verband in te zien met de elders besproken energetische bewustzijnsvelden in de ruimte (zie ‘Makrokosmos’). In feite opent zich hiermee het begrip voor het bestaan van een universeel non-lokaal bewustzijn.

 

Intermediair

Tegelijk staat het DNA in dit verhaal nog lang niet buiten spel. DNA is een langgerekt molecuul van circa drie meter lang, dat in opgerolde vorm deel uitmaakt van elke celkern in elke cel van het lichaam. Zo’n celkern meet ongeveer één duizendste millimeter en een volledige cel ± één honderdste millimeter. Het voor elk individu unieke DNA-molecuul, dat bij de conceptie ontstaat, is de bron voor alle cellen in ons lichaam, hoe verschillend hun aard en speciale functies ook mogen zijn.

Van het DNA is nog lang niet alles bekend, maar één der laatste ontdekkingen is bijzonder interessant: het DNA blijkt namelijk ook de bron te zijn van het bijzondere licht, dat elke levende cel uitstraalt.

Deze uiterst subtiele straling, circa 100 miljoen maal zwakker dan daglicht, noemen sommigen ook wel ‘biologische laser’ en is kenmerkend voor elk levend organisme. Zogenoemde biofotonen vormen een pulserende stroom van enkele tienduizenden fotonen (per sec./cm²) en lijken vanuit de gehele cel te komen.

Dit is te verklaren door het feit dat DNA zich niet alleen in de celkern bevindt, maar ook in de soort energie-knooppunten elders in elke cel (de mitochondriën). Uit onderzoekingen bleek dat dit organische licht een rol speelt bij verbindingen tussen cellen (onder biologen bekend als ‘bio-informatie’), nodig voor het regelen van celdeling, celgroei, celvernieuwing e.d.

Vermoedelijk heeft DNA een elementaire functie bij het coördineren en uitwisselen van vrijwel alle celinformatie. Een belangrijk aspect hiervan is de uitwisseling van en naar invloeden buiten het stoffelijk lichaam. Op dit punt brengen we een recente ontdekking van de kwantumfysica in het spel. Populair verkort: bewustzijn kan materie beïnvloeden, oftewel:

De elektromagnetische velden van de hersenen zijn niet de oorzaak van het bewustzijn maar het gevolg.

Waarschijnlijk vormen deze velden (als ‘produkt’) de basis van het individuele bewustzijn. Zij zijn als het ware -als energetisch medium- de dragende structuur voor het spiritueel functioneren. Net zoals ons lichaam (evenzo ‘produkt’ van energetische sturing) de drager is voor ons functioneren in de tastbare wereld.

Vanuit deze velden blijken de hersencellen via hun DNA informatie uit de ruimte op te nemen, ‘bio-informatie’ zowel als bewustzijnsimpulsen. Onder ‘Makrokosmos’ is een poging gedaan om de relatie aan te geven tussen het elektromagnetische en non-lokale gebied.

In elk geval geldt: alle cellen van een lichaam ontvangen hun informatie vanuit het non-lokale bewustzijn, dat overal in de ruimte identiek aanwezig is.

Het DNA in elke cel functioneert hierbij als intermediair: het heeft niet alleen verbinding met de non-lokale ruimte, maar het vormt bovendien de verbinding tussen alle cellen onderling.

Volgens deze hypothese bevat het DNA niet zélf erfelijke gegevens, maar het kan de erfelijke, persoonstypische en vormgevende informatie direct uit het non-lokale bewustzijn ontvangen.

Zo’n intermediaire functie is te vergelijken met die van de processor in een computer. Zoals bekend bestaat een processor uit een minuskuul kwartskristal van enkele tientallen mm², waarop miljoenen transistorfuncties zijn aangebracht. Hierin verwisselt, kopiëert en verplaatst de processor continu data met een snelheid van miljoenen bits per seconde.

De processor, een trillend kristal, bevat niet zélf de informatie, maar verwerkt alleen de gecodeerde data, welke binnen komen als electromagnetische golven met steeds wisselende frequenties. Ook levende organismen verkeren steeds in een ritmische trilling (oscillatie), vibrerend of periodiek. Het principe van oscillatie blijkt kenmerkend te zijn voor de uitwisseling van informatie met de non-lokale ruimte.

 

Conclusie

Wetenschappelijk is aangetoond, dat voor grote hoeveelheden gegevens in onze hersenen geen plaats is. Het is waarschijnlijk dat ons DNA als een soort interface werkzaam is voor het verkrijgen van allerlei informatie, welke búiten ons lichaam is opgeslagen.

Via de elektromagnetische velden van mijn hersenen kan ik onbewust of naar wens over die informatie beschikken vanuit het non-lokale bewustzijn. Omdat in principe elke mens met deze toegang kontakt heeft, ligt daarin de mogelijkheid tot geestelijke afstemming besloten, tot woordloze communicatie, gedachtenoverbrenging e.d.

Dit is in beginsel universeel bewustzijn (zie ‘Makrokosmos’).

Met ‘non-lokaal’ specificeren we het nader als: níet aan het ruimte-tijdcontinuüm gebonden maar wél ogenblikkelijk en overal aanwezig. Sommigen noemen het ‘instantaan’. Non-lokale kontakten zijn niet energetisch zoals elektromagnetisme; ze zijn dus onafhankelijk van de lichtsnelheid en komen vermoedelijk met gedachtesnelheid tot stand.

De informatie die het DNA uit de non-lokale ruimte ontvangt kan heel verschillend van aard zijn. Wellicht zijn de erfelijke eigenschappen in verband met de klank ‘DNA’ het meest bekend. DNA omvat echter veel meer: het bevat de volledige typische informatie van elk (uniek!) individu.

Zo zijn er vooral ook vormbepalende gegevens beschikbaar, de zogenoemde morfogenetische data, die onder meer van invloed zijn op de talrijke variaties van celvorming.

Zijn dit tot zover nog onbewuste processen, extra interessant wordt het beschouwen van meer bewuste aftasting van informatie. Voor ons lange-termijn geheugen, onze levenservaring, onze levensherinneringen (veelal filmisch geregistreerd), parate kennis e.d. kunnen we steeds teruggrijpen op het non-lokale bewustzijn.

We hebben nu twee dingen ontdekt:

1) Ik ben als mens in wezen bewustzijnsenergie, beschik als individu op aarde weliswaar tijdelijk over een lichaam, maar ik ben hiervan geenszins afhankelijk om bewust te zijn van mijn altijd functionerend geestelijk bestaan.

2) Mijn belangrijkste bewustzijnsinhouden bevinden zich niet in mijn tijdelijk lichaam, maar in het zogenoemde non-lokale bewustzijn, waartoe ik onbewust en/of bewust toegang heb via een natuurlijke, innerlijke verbinding.

Vanuit dit weten kunnen wij onszelf, de ander en alles om ons heen van binnen uit bekijken.